Spaakpatronen.

Spaakpatronen

spaakpatronenDe keuze van het aantal spaken is erg belangrijk om een goed wiel te krijgen. Deze keuze is met name afhankelijk van het gewicht van de rijder.
Veel bekende merken van fabriekswielen kiezen vaak een laag aantal spaken om de wielen er „sexyer” uit te laten zien. Uiteraard scheelt dat iets in gewicht maar het maakt de wielen ook kwetsbaar, met name bij rijders met een kilootje meer. Er zijn wielen in de handel met 16 spaken voor en 20 achter en zelfs 12 spaken voor en 16 achter. Sommige coureurs zullen hier op kunnen rijden, voor de meesten is niet aan te raden. Mocht een spaak breken bij dit soort wielen dan krijg je een dermate grote slag in je wiel dat verder rijden niet meer mogelijk is.

De enige juiste manier om tot het juiste spaakaantal te komen is rekening houden met het gewicht van de rijder. Hoe zwaarder iemand is hoe meer spaken noodzakelijk zijn.

Hieronder een globale verdeling:

  • < 45 kg 20/20
  • Tussen de 45 en 75 kg 20/24
  • Tussen de 75 en 85 kg 24/28
  • Tussen de 85 en 95 kg 28/32
  • Tussen de 95 en 110 kg 28/32 of 32/32 en
  • boven de 110 32/36 of 36/36

spaakpatronenLet wel dit is een richtlijn. Ook de keuze van de soort velg (laag of hoog) heeft invloed op de keuze van het aantal spaken. Bij een lage relatief flexibele velg is het aan te bevelen om een paar spaken meer te kiezen dan bij een stijve hoge velg.
Een hoge carbon velg met 20/24 is nagenoeg geschikt voor alle rijders ongeacht het gewicht.

Welk Spaakpatroon.

De keuze van het juiste spaakpatroon is zeer belangrijk om een goed wiel te krijgen. Je dient rekening te houden met het ontwerp van de velg, het aantal spaakgaten, het gewicht van de rijder en je dient rekening te houden met de specificaties van de naven. De volgende mogelijkheden zijn er: radiaal, 1 keer gekruist, 2 x, 3 x, 4x en Crows Foot. Hoe vaker gekruist hoe beter kracht overgebracht kan worden. Een radiaal spaakpatroon is dus het minst geschikt om grote krachten over te brengen.
Vandaar dat dit alleen mag in het voorwiel of aan de niet aangedreven kant van het achterwiel.

Voor het voorwiel is het een ander verhaal dan voor het achterwiel.
Omdat het voorwiel niet aangedreven wordt is dit minder kritisch. Een voorwiel is ook nog stijver dan dan een achterwiel omdat de velg precies in het midden zit waardoor de spaakspanning links en rechts gelijk is.

spaakpatronenHet juiste spaakpatroon in het voorwiel is afhankelijk van het aantal spaken en je dient rekening te houden met de specificaties van de naaffabrikant.

  • 20 gaats voorzijde (geen schijfrem), radiaal, 1 x gekruist, 2 x
  • 24 gaats voorzijde (geen schijfrem), radiaal, 1 x gekruist, 2 x
  • 28 gaats voorzijde, 1 x, 2 x, 3 x
  • 32 gaats voorzijde, 2 x, 3 x
  • 36 gaats voorzijde, 2 x, 3 x

Bij een schijfrem dien je bij het voorwiel hetzelfde spaakpatroon te kiezen als bij een achterwiel. Immers op dit wiel komen door het remmen grote krachten vrij.

Let op dat sommige fabrikanten van naven aangeven wat niet mag. Zo mag je bij Hope en Chris King de voorzijde niet radiaal spaken bij 28 of meer spaken. Dit heeft te maken met teveel radiale spanning op de flens van de naaf met als risico dat de flens breekt.

Het achterwiel is wat ingewikkelder. Dit wiel zorgt voor de aandrijving van de fiets en dit wiel krijgt heel wat te verduren. Zowel in radiale richting als ook in axiale richting komen er grote krachten op naaf en velg. Daarom is het juist belangrijk om hier het juiste spaakpatroon te kiezen. Een verkeerd spaakpatroon kan onherstelbare schade veroorzaken aan fiets en rijder.
Bij het achterwiel is de kant waar de cassette zit het belangrijkste. Hier vind namelijk de overbrenging van kracht plaats. Door op de trappers te gaan staan zorgt de ketting voor de overbrenging van deze kracht naar de cassette op het achterwiel.
Je hebt hier dus een aangedreven en een niet- aangedreven kant, tenzij je links achter een schijfrem hebt (MTB)

spaakpatronenWelk spaakpatroon dien je te achter kiezen? Dit is afhankelijk van een aantal zaken waaronder het aantal spaken:

Hieronder een globale richtlijn om te laten zien wat het verband is tussen het aantal spaken en het patroon:

24 gaats achter aangedreven kant, 2 x gekruist
niet aangedreven kant, radiaal, 1 x, 2 x

28 gaats achter aangedreven kant, 2 x gekruist, 3 x
niet aangedreven kant, radiaal, 1 x, 2 x, 3 x

32 gaats achter aangedreven kant, 2 x gekruist, 3 x
niet aangedreven kant, 1 x, 2 x, 3 x

36 gaats achter aangedreven kant, 2 x gekruist, 3 x
niet aangedreven kant, 2 x, 3 x

Voor een duidelijke uitleg over het bouwen van een wiel kunt u op deze pagina terecht.
Voor een uitleg over het richten van een wiel kunt u op deze pagina terecht.

One comment

  1. Interessant artikel, echte vraag ik me nu af is hoe kiest men juiste spaakpatroon en aantal spaken, voor een Rolstoelwiel?
    Hier is helaas weinig over te vinden.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *