Kind mee op de Fiets.

kindAls ouder ontkom je er bijna niet aan. Je kind mee op de fiets.
Zolang ze nog te klein zijn om zelf te fietsen, nemen we ze vaak mee op de fiets.
Met een zitje achterop, met een zitje voorop, of op welke andere manier.
Wat is veilig en waar moet u op letten.

Fietszitje achter

Kinderen tot ongeveer vijf jaar die zelfstandig kunnen zitten, kunnen mee op de fiets in een achterzitje. Een achterzitje is de meest gebruikte vorm van kindervervoer. Pas op, de voeten van kinderen die achterop zitten, bevinden zich op een gevaarlijke plek, vlak naast het draaiende wiel, zorg daarom voor goede spaakafscherming.

Koop een fietszitje dat aan de Europese norm voldoet (NEN-EN 14344):

  • Zorg voor goede spaakafscherming. Goede spaakafscherming is een hardplastic scherm dat tussen het voetensteuntje en het wiel wordt bevestigd en is te koop bij de fietsenmaker. Een jasbeschermer is geen voetbeschermer.
  • Probeer het zitje met je kind, kijk of de voetjes niet ergens tussen de spaken kunnen komen. Bedenk dat kinderen snel groeien, plaats de spaakafscherming op de groei en controleer deze regelmatig.
  • Een kinderzitje met voetriempjes is niet voldoende, de riempjes beschermen niet in alle gevallen tegen spaakbeknelling.
  • Een zitje dat op de bagagedrager gemonteerd wordt, moet een extra bevestiging hebben aan het frame.
  • Monteer zadelveerbescherming om te voorkomen dat vingertjes klem komen te zitten.
  • Zorg ervoor dat een achterzitje op de juiste plek gemonteerd zit. Zit het te ver naar voren, dan heeft een kind geen ruimte; te ver naar achteren geeft kantelgevaar.
  • Houd je kind bezig, bij verveling gaan kinderen nieuwe dingen uitproberen.
  • Zet het gordeltje vast, vooral jonge kinderen kunnen de extra ondersteuning goed gebruiken.

Fietszitje voor

kindZodra je kind zelfstandig vanuit kruiphouding kan gaan zitten kan hij worden vervoerd in een fietszitje. Gemiddeld kunnen kinderen dit tussen 9 en 12 maanden. Veel kinderen van 6 à 7 maanden kun je wel al in zit neerzetten en dan blijven ze zitten, maar als je een duwtje geeft vallen ze om. Dan is het onverstandig om ze mee te nemen in een fietszitje. Het voorzitje is bedoeld voor kinderen tot ongeveer drie jaar. Op een bepaald moment wordt het kind te groot en gaat het sturen te zwaar.

Fietszitje kooptips

  • Koop een fietszitje dat aan de Europese norm voldoet (NEN-EN 14344):
  • Een zitje moet aan de stuurpen of balhoofdbuis worden bevestigd (zitjes die aan het stuur zelf worden bevestigd zijn niet geschikt voor aluminium sturen)
  • Monteer geen voorzitje op een racefiets.
  • Zorg ervoor dat de rem- en versnellingskabels niet in de knel komen. Het fietszitje kan ervoor zorgen dat het stuur minder ver kan draaien, je kunt dus minder scherpe bochten maken.
  • Probeer het zitje met het kind, kijk of de voetjes niet ergens tussen de spaken kunnen komen.
  • Check met je kind in het zitje of er geen lichaamsdelen in de knel komen bij het sturen.

Fietszitje gebruiktips

  • Laat je fiets nooit op de standaard staan als je kindje er nog op zit; ook niet als u een brede standaard heeft.
  • Zorg dat de fiets niet om kan vallen terwijl je kind op de fiets klimt of terwijl u het kindje erop tilt.
  • Laad eerst de boodschappen op de fiets en als laatste je kind(eren).
  • Hou er rekening mee dat er extra gewicht op de fiets zit en je daardoor trager reageert (remmen, optrekken).
  • Zorg dat je kind het wiel niet kan blokkeren (door het slot vast te zetten bijvoorbeeld).

Tweepersoons zitje

kindOm meerdere kinderen te vervoeren op de fiets kun je op de plek van de bagagedrager een tweepersoonszitje monteren. Dat kan in bijvoorbeeld met een verlengde bagagedrager met daarop twee achter elkaar geplaatste fietszitjes of rugleuningen met voetensteunen, er zijn ook tweepersoonszitjes die de bagagedrager vervangen. De meeste zitjes zijn geschikt voor kinderen vanaf een jaar of 4. Pas op, de voeten van kinderen die achterop zitten, bevinden zich op een gevaarlijke plek, vlak naast het draaiende wiel, zorg daarom voor goede spaakafscherming. Er is geen norm voor tweepersoonszitjes, kijk dus zelf goed of het een veilig product is.

  • Tweepersoonszitjes worden zonder spaakafscherming verkocht, zorg zelf voor een goede spaakafscherming:
  • Goede spaakafscherming is een hardplastic scherm dat tussen het voetensteuntje en het wiel wordt bevestigd en is te koop bij de fietsenmaker. Een jasbeschermer is geen voetbeschermer.
  • Probeer het zitje met je kind, kijk of de voetjes niet ergens tussen de spaken kunnen komen. Bedenk dat kinderen snel groeien, plaats de spaakafscherming op de groei en controleer deze regelmatig.
  • Voetensteuntjes met voetriempjes zijn niet voldoende, de riempjes beschermen niet in alle gevallen tegen spaakbeknelling.
  • Houd je kind in de gaten. Ook fietspassagiers worden moe en een tweepersoonzitje biedt niet genoeg steun voor een slapend kind.
  • Omdat een tweepersoonszitje achter de as van het achterwiel uitsteekt is er extra kantelgevaar. Let daarop bij het afstappen. Ook kan het stuur een beetje opgetild worden, waardoor je fiets minder goed stuurt.

Zadel op de stang

Als je kind te zwaar wordt voor een fietszitje aan het stuur is het mogelijk om een los klein zadeltje op de stang bij een herenfiets te monteren. Er zijn ook zadeltjes voor een damesfiets. Het gewicht van het kind zit op het frame en heeft geen invloed meer op het stuurgedrag van de fiets. Een zadeltje op de stang is een prima alternatief voor rustige kinderen vanaf 3-4 jaar tot ongeveer 6-7 jaar.

Koop goede spaakafscherming, die bij het voorwiel wordt bevestigd:

  • Goede spaakafscherming is een hardplastic scherm dat tussen het voetensteuntje en het wiel wordt bevestigd (te koop bij de fietsenmaker). Een jasbeschermer is geen voetbeschermer.
  • Probeer het zitje met je kind, kijk of de voetjes niet ergens tussen de spaken kunnen komen. Bedenk dat kinderen snel groeien, plaats de spaakafscherming op de groei en controleer deze regelmatig.
  • Voetensteuntjes met voetriempjes zijn niet voldoende, de riempjes beschermen niet in alle gevallen tegen spaakbeknelling.
  • Zorg ervoor dat het zadeltje op de juiste plek gemonteerd zit. Als het te ver naar voren zit, heeft je kind geen ruimte; zit het te ver naar achteren, dan heb je als fietser geen ruimte.
  • Kijk bij het monteren van een zadeltje op de stang of de voetjes/beentjes van je kind niet klem kunnen komen bij het sturen.
  • Houd je kind in de gaten; ook fietspassagiertjes worden moe en een zadeltje op de stang biedt niet genoeg steun voor een slapend kind.
  • Houd je kind bezig, bij verveling gaan kinderen nieuwe dingen uitproberen.
  • Communiceer met je kind over het fietsen bij remmen, scherpe bochten of hobbels.

Baby op de fiets

Veilig.

Het vervoeren op de fiets van jonge baby’s, die nog niet zelfstandig kunnen zitten, kan op een paar manieren zo veilig mogelijk (naast de gevaren die het verkeer voor iedereen met zich meebrengt, is er zo min mogelijk kans op ongevallen):
In een babyautostoeltje of babyschelp die stevig bevestigd is in een fietskar of bakfiets. Plaats het autostoeltje het liefst tegen de rijrichting in. Het kindje wordt door de kooiconstructie van de bak/kar én het stoeltje beschermd.
In een babyautostoeltje dat met een speciale drager op de fiets bevestigd is. Bij een val met de fiets, wordt het kindje zo goed mogelijk tegen direct contact met de ondergrond beschermd.

Voor beide manieren geldt:

  • Maak de baby in het stoeltje altijd vast met gordels.
  • Zorg dat het kindje zich prettig voelt, probeer trillingen en schokken te voorkomen.
  • Houd je kind goed in de gaten; als het kindje zich niet meer comfortabel voelt, als het kindje huilt of op een andere manier
  • zijn ongenoegen uit is het tijd om pauze te houden of te stoppen.
  • Maak zeker in het begin nog geen lange tochten.

Onveilig

Een draagzak waarin het kindje op de buik/borst van de berijder hangt, is geen veilige manier om een baby op de fiets te vervoeren. Het biedt bij een val geen bescherming aan het kindje, het kindje kan uit de draagzak vallen of de bestuurder kan op het kindje terecht komen.

Minimumleeftijd

Met de huidige gegevens kan geen eenduidige uitspraak gedaan worden over de minimumleeftijd vanaf wanneer baby’s op de fiets meegenomen kunnen worden. Tot het moment dat uw kind het hoofdje zelfstandig rechtop kan houden, is het waarschijnlijk beter om uw kindje niet op de fiets te vervoeren. Vooral in het begin is het belangrijk dat alleen korte tochtjes gemaakt worden en de route zo gekozen wordt dat er geen of weinig hobbels, drempels en trillingen zijn.

Oudere baby’s

Vanaf het moment dat een kindje zelfstandig vanuit kruiphouding kan gaan zitten, kan hij/zij in een fietsstoeltje aan het stuur vervoerd worden, zie daarvoor de tips voor fietszitjes. Voor eerste fietsritjes geldt:

  • Vooral in het begin is het belangrijk dat alleen korte tochtjes gemaakt worden en de route zo gekozen wordt dat er zo min mogelijk kuilen, hobbels en drempels zijn.
  • Een fietstocht is voor een klein kind zeer vermoeiend. Als je kindje huilt of op een andere manier zijn ongenoegen uit, dan is het tijd om pauze te houden of te stoppen.

Extra koop- en gebruikstips

  • Fiets bij voorkeur op een moederfiets/stadsfiets/bakfiets waarvan het zadel niet te hoog staat zodat u met je voeten bij de grond kunt. Zorg voor goede remmen en fiets niet te snel.
  • Zorg dat het autostoeltje of de babyschelp goed bevestigd is:
  • er zijn specifieke bevestigingssets te koop voor in de fietskar/bakfiets.
  • er zijn beugels/frames te koop om het autostoeltje op de fiets te maken.
  • Zorg dat het zitje op twee manieren bevestigd is, de één als back-up van de ander (de meeste zitjes hebben deze mogelijkheid).
  • Zorg dat je kindje goed in de gordel zit.
  • Zorg bij een fietskar/bakfiets dat deze een goede vering heeft voor het gewicht van je kindje. Heftig trillen kan vaak verholpen worden door extra gewicht in de kar/bak (nog een kind, boodschappen, een zak zand).
  • Bouw het fietsvervoer van hele kleine kinderen rustig op. Begin bijvoorbeeld met korte ritjes over een goed en gelijkmatig wegdek.