Fietspompen.

Fietspompen.

FietspompenEen fietspomp is noodzakelijk voor een fietser om af en toe thuis de banden op te kunnen pompen.
Daarnaast is een lichtgewicht pomp onmisbaar bij lange fietstochten om na een lekke band, de band te kunnen plakken en weer op te pompen.

Voor de consumentenmarkt zijn er grote pompen met voetbeugel waarmee de band thuis opgepompt kan worden en kleine frame- en minipompen die bedoeld zijn om mee te nemen op de fiets (afb. 30).

De fietspomp bestaat uit een cilinder die aan het uiteinde via een nippel of slang verbonden is met het ventiel.
Met een zuiger kan de lucht samengeperst worden totdat de druk in de pomp groter is dan in de band.
Op dat moment gaat het ventiel open en stroomt er lucht van de pomp in de band.

De gewone handpomp kan voorzien zijn van een ventielklem die alleen geschikt is voor het Dunlopventiel.
Er zijn ook pompen met hoogwaardige rubberen kop die over het ventiel wordt geschoven.
Met zo’n hoogwaardige pomp kunnen banden met Dunlopventiel, Frans ventiel en Schraderventiel tot maximaal 16 bar worden opgepompt. Framepompen kunnen voor gewone fietsen een slangetje hebben dat op het ventiel en de pomp gedraaid wordt.
Het slangetje wordt in het handvat van de pomp opgeborgen. Framepompen voor fietsen met een Frans ventiel hebben een rubber kop die om het ventiel wordt gedrukt. Deze pompen kunnen ook banden met het gewone Dunlopventiel goed oppompen.
Goede pompen hebben een klemmechanisme waarmee de rubber kop vastgeklemd wordt op het ventiel. Hierdoor kan de pomp de band veel harder oppompen.

FietspompenOm de druk te meten kan een losse drukmeter op een Frans ventiel en Schraderventiel gedrukt worden.
Een klein beetje lucht stroomt dan in de drukmeter totdat de druk in de band en de meter gelijk is.
De druk in een band met Dunlopventiel kan op deze manier niet gemeten worden.
Hoogwaardige pompen zijn voorzien van een drukmeter die tijdens het pompen de druk in de pomp – weergeeft (afb. 31).

Omdat de lucht uit de pomp in de band stroomt als de druk in de pomp hoger is, meet de meter ook de druk in de band.

Framepompen om mee te nemen worden tussen de framebuizen geklemd (afb. 32).
FietspompenStadsfietsen hebben op de onderbuis een nok. De fietspomp wordt tussen de nok en het bracket geklemd.
Bij racefietsen en hybrides wordt de pomp tussen de zitbuis en de balhoofdbuis geklemd of tussen het bracket en de bovenbuis.
Framepompen zijn leverbaar in verschillende lengtes, zodat er altijd wel een pomp te vinden is die tussen het frame geklemd kan worden.
Door de afwijkende framevorm kan bij een mountainbike de gewone fietspomp niet tussen de framebuizen geklemd worden.
Op mountainbikes kan een klem gemonteerd worden voor een minipomp. Minipompen zijn klein en handzaam en kunnen daardoor makkelijk meegenomen worden.
Sommige minipompen zijn voorzien van telescoopbuis waardoor er per pompbeweging toch veel lucht in de band gepompt kan worden.

Ook zijn er minipompen met dubbele slag. Deze pompen zowel bij de ingaande als de uitgaande slag van de telescoopbuis.

FietspompenPompen slijten bij de zuiger en bij de kop. Door de zuiger goed in te smeren met teflonvet kan voorkomen worden dat deze slijt.
De rubber kop kan eenvoudig vervangen worden. Pompen voor thuisgebruik met een slang hebben de neiging om te lekken bij de beide uiteinden van de slang.
Door een slangklem te monteren kan de slang veel beter aan de pomp en de ventielklem bevestigd worden.
Afbeelding 33 laat tot slot nog een ventielklem voor een Dunlopventiel en een multifunctionele ventielklem zien.