Bereid je fiets voor op lange tochten

bereid je fiets voor op lange tochten

Leestijd

5 minuten.

Gemiddeld genomen tijd dat iemand dit artikel leest.

Kosten

€ 25,-

Dit zijn ongeveer de kosten dat wij hebben betaald.

Gereedschap

4, 5, 6mm inbussleutelsPlatkop schroevendraaierKettingreinigerKettingslijtagemeterFietspompTrapassleutelcranktrekker

Niveau

3/5

Dit is een richtlijn aan de moeilijkheid van de klus.

Voordat je de Ronde van Vlaanderen gaat rijden, of een van de andere lange tochten in Nederland en België, moet je fiets 100 procent in orde zijn.
Bereid je fiets voor op lange tochten. Je wit er niet de avond van tevoren achter komen dat er iets versleten is, als je geen vervangende onderdelen meer kunt krijgen.
Het is verstandiger om je fiets een week voor de tocht een uitgebreide beurt te geven, zodat het enige wat je belemmert je eigen Conditie is.
Dan kan je ook niet je fiets de schuld geven als je de tocht niet uitrijdt.

Bidonhouder boutjes

Alle boutjes voor de montage van bidonhouders of spatborden moetje behandelen met een borgmiddel zoals Loctite. Bidonhouders zijn onmisbaar om voldoende water en energie drank mee te nemen. Als je maar plek voor één bidonhouder hebt, kun je een extra houder monteren zonder de lak te beschadigen. Dit kun je (laten) doen met een popnagelpistool achtig gereedschap. Spatborden zijn een goed idee voor cyclo’s op regenachtige dagen. Controleer of je genoeg ruimte overhoudt tussen band, rem en spatbord.

Banden

Smallere banden zijn niet altijd sneller, en ze zijn zeker niet ideaal als je over glibberige kasseien rijdt. Banden tussen 23 en 28 millimeter zijn de beste optie. Gaat de route over slecht wegdek, dan ben je in het voordeel met bredere banden. Voor grote, zware rijders is 25 millimeter dan het minimum. Check de banden voor elke rit op sneetjes en scheurtjes. Haal steentjes en andere voorwerpen van de band af. Zet je banden op de juiste druk, te zachte banden verhogen de rolweerstand. Bovendien rijd je sneller lek, een stootlek heb je zo te pakken met een zachte band.

Verzetkeuze

Voor tochten in heuvelachtige omgevingen kan het noodzakelijk zijn om je verzetten aan te passen. Compact crankstellen met 50/34T ketting bladen zijn een optie, bijvoorbeeld in combinatie met een aangepaste cassette. Van de cassette zou de grootste krans een 26 of 27T moeten zijn. Afhankelijk van je vorm, kracht en het type evenement is dit misschien niet genoeg. In dat geval is het verstandig om een triple Crankstel te monteren. Hier zijn wel wat meer kosten mee gemoeid, want je moet sowieso je derailleur en shifter vervangen.

Nieuw trapas?

Maak de schroefdraad in het frame schoon met een borstel. Smeer de schroefdraad van de lager cups in met een anti-seize vet. Onthoud dat je de rechter cup van de trapas met de klok mee vastdraait, tenzij het bracket Italiaans schroefdraad heeft. Schroef nu de linker cup in het frame. Monteer eerst de rechter crank, en dan de linker. Crankbouten moet je invetten met anti-seize, draai ze aan met een momentsleutel. Let er op dat er 2 tot 5 millimeter ruimte zit tussen het binnenbladen de liggende achtervork.

Voorderailleur

Monteer de voorderailleur met de klemband, of aan de aan las nok als je frame die heeft. Duw de kooi met je hand naar buiten, tot hij boven het buitenblad hangt. Maak de bevestigingsbout los en plaats de derailleur zo dat hij 1 tot 3 millimeter boven het buitenblad hangt. Draai de derailleur vervolgens zo, dat hij in lijn staat met de kettingbladen. Draai de bevestigingsbout weer vast en verzeker je ervan dat de kooi het buitenblad niet aanraakt. Draai de bout nu aan tot het juiste aandraai moment.

Achterderailleur

Met je fiets in een werkstand, controleer je of de ketting zich soepel verplaatst van de ene krans naar de andere. Werk van het kleinste kransje tot de grootste, draai de kabelversteller steeds een halve slag met de klok mee wanneer de ketting niet naar de volgende krans gaat. Laat de ketting even draaien in elke versnelling, en luister of de aandrijving geen herrie maakt. Is dit wel het geval, dan draai je de kabelversteller steeds een kwartslag met de klok mee, tot het geluid weg is. Controleer of het opschakelen ook soepel en zonder herrie gaat. Zo niet, draai dan de kabelversteller terug in stapjes.

Ketting.

Een schone, goed gesmeerde ketting is de voorwaarde voor een goede schakelende aandrijving. Reinig de ketting als hij er droog of vies uitziet, bijvoorbeeld met een kettingreiniger of doek met ontvetter. Smeer de binnenkant van de ketting met een smeermiddel van goede kwaliteit. Controleer om de drie maanden met een slijtagemeter of je ketting versleten is. Je kunt ook de lengte meten van 24 schakels, met een liniaal. Hou de ketting zo strak mogelijk en meet de afstand van rol tot rol. Is de lengte van de 24 schakels groter dan 308 millimeter, dan is de ketting versleten en moet je hem vervangen.

Wielen.

Pak de bovenkant van het wiel en trek hem van links naar rechts in het frame, zoekend naar mogelijke speling. Haal de wielen uit de fiets om te checken of de naven soepel en vrijlopen. Zoek naar losse spaken door in paren van twee te knijpen. Onthoud hierbij dat de spaken aan de kant van de cassette strakker staan dan aan de andere kant. Plaats de wielen terug, stelde remmen zo af dat de remblokken de velg bijna raken. Draai nu elk wiel langzaam, de velg zou niet meer dan 1,5 millimeter zijdelings mogen uitwijken. Er mag ook geen sprake van hoogteslag zijn.

Remmen.

Verwijder al het vuil van de blokken, met een platkopschroevendraaier kun je steentjes en ander spul uit de groeven peuteren. Dit is belangrijk omdat remblokken erg snel kunnen slijten in heuvelachtige omgevingen of op slecht wegdek. Controleer ook regelmatig of de remmen nog goed vast op het frame zitten. De remmen moeten zo afgesteld zijn, dat je de hendels niet tegen het stuur kunt trekken.

Laatste check.

Zoek naar spelling in het balhoofd door in de voor rem te knijpen, en de fiets naar voor en achter te duwen. Als er speling aanwezig is, kun je dat voelen door je vinger op de onderste balhoofd cup te leggen. Wanneer je de vork draait zou de beweging soepel moeten zijn zonder dode punten. Haal de zadelpen uit het frame en voor zie hem van anti-seize vet, of carbon montagepasta als één van de onder de ten van carbon is. Voorzie ook de pedalen van anti-Seize vet. Draai tot slot alle bouten aan.

Tips en Opmerkingen:

– De betrouwbaarheid van je fiets is het aller belangrijkste tijdens Cyclo’s, en niet het rijden met de allerlichts te onderdelen.
– Heb je tijdens de tocht op natte wegen gereden, reinig je fiets dan achteraf met een selectie van borstels en sponzen. Gebruik nooit een hogedrukspuit. Gebruik Voor de aandrijving een biologische ontvetter en zorg dat er niks achterblijft in de cassette en derailleur wieltjes
– Controleer voor elke rit de rem- en derailleurkabels, zoek naar geknikte, gescheurde of gerafelde kabels. Kom je een van deze zaken tegen, dat moet je de kabels direct vervangen.
– De officiële instructies voor het afstellen van Shimano- en Campagnolo-derailleurs Verschillen enigszins, maar de hier genoemde methode werkt prima bij de meeste derailleurs.
– Als je het Zwaar hebt op de heuvels of bergen, kun je een triple Crankstel op je fiets monteren. Houd er wel rekening mee dat je naast het crankstel, ook één shifter, de voorderailleur en mogelijk de trapas moet vervangen. Maar dan hoefje ook nooit meer af te stappen als het steil wordt
– Na elke klus aan je fiets moet je even een korte rit maken, zodat je zeker weet dat alles naar behoren werkt.