Lichthoeveelheid: lux of lumen?

Als U een fietslamp wilt kopen, is het prettig te weten hoeveel licht een lamp geeft. Soms staat dit vermeld in het aantal Lux of Lumen. Maar wat is nu het verschil tussen Lux en Lumen? En wat zegt zo’n getal?

De hoeveelheid licht die een lichtbron uitgestraald wordt in de wetenschap uitgedrukt in Candela (cd). Candela is de hoeveelheid licht die door een lichtbron in een bepaalde richting (dat wil zeggen binnen een bepaalde ruimtehoek) wordt uitgezonden.

Naast de Candela is er ook de Lumen (lm). Lumen is de eenheid voor lichtstroom, en geeft de totale lichthoeveelheid aan die een lichtbron uitstraalt per tijdseenheid, ongeacht waar naar toe. Dat kan dus heel geconcentreerd zijn (denk aan een laser), maar ook heel verspreid (denk aan een traditionele gloeilamp die vrij opgesteld staat).

De volgende eenheid is de lichtsterkte, uitgedrukt in Lux (lx). Lux staat voor de lichthoeveelheid per oppervlakte eenheid (bijvoorbeeld vierkante meter), ongeacht de hoeveelheid gebruikte lichtbronnen, de kleur van het licht of de structuur van het oppervlak waar het licht op schijnt. Dit zegt dus meer dan het aantal Lumen, maar nog steeds onvoldoende:

  • op welke afstand van de lichtbron is er gemeten? Een 60 watt ‘ouderwetse’ gloeilamp (mat wit, zonder reflector) geeft ongeveer 750 lumen, maar de lichtsterkte neemt snel af: is die op 0,5 meter nog 185 lux, op 1,5 meter is dat nog maar 27 lux!
  • hoe is de verdeling (bijvoorbeeld wel of niet homogeen) van het licht zich op het oppervlak? Als bij een lamp de hoeveelheid Lux aangegeven staat is dat meestal in het centrum van de bundel, waar de lichtsterkte het hoogst is.
Zonlicht 100000 – 130000 lux
Daglicht (indirect zonlicht) 10000 – 20000 lux
Bewolkte dag 1000 lux
Donkere schemering 1 lux
Volle maan 0,1 lux

 

Wat is nu het verschil tussen Lux en Lumen?

Het verschil tussen Lux en Lumen is het goed te begrijpen door het gebruik van een reflector (spiegel). Als achter een lichtbron een reflector geplaatst wordt, dan blijft de hoeveelheid Lumen (de hoeveelheid licht die een lamp uitstraalt) hetzelfde, maar op het werkoppervlak waar de lichtbron met reflector op gericht is, neemt de hoeveelheid Lux (de hoeveelheid licht op een oppervlak) toe. Fotografen gebruiken daarom lichtsterkte (Lux) meters en houden deze bij het voorwerp wat ze gaan fotograferen.

Als U dus een inschatting wilt hebben hoeveel licht een lamp afgeeft, wilt U eigenlijk een plaatje zien met:

  • het spreidingsgebied van de lichtbundel (wat voor bundel geeft de lichtbron)
  • verschillende meetpunten (naast het centrum ook op een aantal plaatsen er omheen), en
  • de afstand tussen de lamp en het meetpunt.

Richtlijnen.

Voor veel taken bestaan er richtlijnen met betrekking tot de lichtsterkte op het werk-oppervlak. Hieronder een aantal voorbeelden voor ‘goedzienden’ (voor slechtzienden is de gewenste lichtsterkte ongeveer het dubbele):

Typering ruimte Aanbevolen verlichtingssterkte Typering van de visuele taak Voorbeelden
geen werkruimte 30-60 lux nauwelijks waarneming van details opslagruimtes, parkeergarages
incidenteel in gebruik als werkruimte 60-125 lux vooral visuele oriëntatie; waarneming van zeer grove details en beweging van personen gangen, trappenhuizen
voor grof werk 125-250 lux visuele taken met grove details grof constructiewerk in industrie, smederijen, magazijnen
voor normaal werk 250-500 lux visuele taken met normale details lees-/schrijfwerk met normale details; kantoren
voor fijn werk 500-1000 lux visuele taken met fijne details tekenkamers
voor zeer fijn werk 1000-2000 lux visuele taken met zeer fijne details precisiewerk in de industrie; kadastraal werk
voor bijzondere visuele taken 2000-4000 lux visuele taken met minieme details microminiaturisatie
voor exceptionele visuele taken 4000-8000 lux visuele taken met details aan de grens van het waarneembare operatie-/ behandelruimte in ziekenhuis

Als U in Google de woorden lichtsterkte en richtlijn opgegeeft, ziet U dat er voor veel verschillende omstandigheden richtlijnen zijn.