MC Smart Emcelectronic support systeem

MC Smart Emcelectronic support systeem

Leestijd

11 minuten.

Gemiddeld genomen tijd dat iemand dit artikel leest.

Kosten

€ 0,-

Dit zijn ongeveer de kosten dat wij hebben betaald.

Gereedschap

Geen

Niveau

1/5

Dit is een richtlijn aan de moeilijkheid van de klus.

Het MC Smart Emcelectronic support systeem is ontworpen om je te voorzien van de best mogelijke ondersteuning en assistentie bij het gebruik van dit geavanceerde elektronische systeem. Of je nu een doorgewinterde gebruiker bent of net begint, deze handleiding zal je begeleiden bij het verkennen en benutten van de functies en mogelijkheden van het systeem. Van probleemoplossing tot geavanceerde instellingen, deze gids is bedoeld om je te helpen het meeste uit het MC SMART EMCELECTRONIC support systeem te halen. Ontdek hoe je dit systeem effectief kunt gebruiken en geniet van een naadloze ervaring met de technologie die het te bieden heeft.

MC Handleiding

Het MC Smart Emcelectronic support systeem is een elektrische ondersteuning voor de fiets. Het systeem is zo ontwikkeld dat het probleemloos werkt. Eventuele storingen zijn gemakkelijk op te sporen en te herstellen. Deze handleiding helpt u inzicht te krijgen in de techniek en het verhelpen van storingen.

Multicycle Smart Emcelectronic support

De Motor.

De motor in het voorwiel is een onderhoudsvrije borstelloze 24V motor 175 rpm.
Op de as van de motor worden grote torsiekrachten uitgeoefend. Een degelijke montage van de motor in de vork met de noodzakelijke borging is zeer belangrijk.
Gebruik goed passende vulringen bij montage in voorvorken met verdiepte padden zoals de meeste geveerde voorvorken hebben. Voor voorvorken met vlakke padden dienen sluitringen met borglip gemonteerd te worden.
De voorvorkpadden dienen netjes in lijn te staan, anders kan de as van de motor onder spanning komen te staan. Dit kan extra draaiweerstand tot gevolg hebben en in het ergste geval zelfs schade aan de motor toebrengen.
Zet de moeren vast met een aantrekkoppel van 45 Nm.

De verbinding van de motor met de motor- verlengkabel wordt in de balhoofdbuis geplaatst. In de 5 aderige motor-verleng-
kabel zijn ook 2 draden voor de verlichting opgenomen (zie afb.3). In de balhoodbuis zijn de verbindingen netjes weggewerkt en zijn ze beschermd tegen weers-invloeden. Door de stop met daar achter de kabelverbindingstekkers weer uit de buis te trekken kan het voorwiel eenvoudig worden uitgenomen nadat de stekkers zijn losgenomen.

Voorwiel

De kabelverbindingen voor de motor zijn “kleur op kleur”. Als er twee draden worden verwisseld zal de motor de verkeerde kant op draaien!
Breng de isolatiekousjes na het insteken van de stekkers weer zorgvuldig aan om kortsluiting te voorkomen. Breng de stop weer zorgvuldig aan om te voorkomen dat de kabels uit de balhoofd- buis zakken. De kabel komt aan de linkerzijde uit de motor en dient omlaag te wijzen om te voorkomen dat er water in de motor komt!

Voorvork Waar de kabels van de motor en kabels uit het frame samen komen

De PAS sensor (Pedal Assist Sensor).

De PAS sensor geeft informatie door aan de controller ….of er getrapt wordt en hoe snel er getrapt wordt. De PAS sensor is
draairichting gevoelig. De PAS sensor krijgt een voeding van 5 volt vanuit de controller en stuurt, afhankelijk van de trapsnelheid, een signaal van tussen 2 en 4 volt naar de controller.

Rood = 5volt +
Groen = signaal uit 2~4volt + Zwart = massa

Aandachtspunt: als de massa wordt onderbroken, dan komt er op de groene signaaldraad 4 volt te staan! Dit houdt in dat de motor direct na het inschakelen begint te draaien! Let er op dat
deze kabel zorgvuldig is verlegt en er geen kans op doorschuren bestaat!

De PAS sensor wordt d.m.v. een stekker aangesloten op de controller. Let erop dat alle pennetjes goed in de stekkerblokjes zijn vergrendeld en dus goed contact maken.

PAS sensor

TIP: Voorzie de stekkers van wat zuurvrije vaseline om corrosie te voorkomen

Bij de PAS sensor hoort een kunststof schijf met 3 of 4 magneten. De afstand tussen magneet en sensor moet tussen 1 en 3mm zijn.
Het aantal magneten in de kunststof schijf beïnvloedt de uitgangsspanning op de signaaldraad. Hiermee kan het systeem dus nog beïnvloed worden.
Meer magneten betekent dat het systeem sneller start bij het wegfietsen en dat het traptoerental lager is om de maximale ondersteuning te bereiken.
Nadeel is dat ook het stroomverbruik hoger wordt (dus minder actieradius) en dat de laagste ondersteuningsinstelling op de display minder goed werkt.
De magneetschijven zijn verkrijgbaar met 2 / 3 / 4 / 5 / tot max. 6 magneten. Het wordt aanbevolen 3 of 4 magneten te gebruiken.

LET OP: dat de kabel van de PAS sensor niet geraakt wordt door de ketting of tandwiel of op een andere manier kan doorschuren. Dit kan tot gevaarlijke storingen leiden.

PAS sensor met magneet gemonteerd op de trapas

Bedieningsunit met LED display.

De display geeft informatie over de accu conditie en op de display is de ondersteuning in te stellen in 5 stappen.
De kabel van de display is aan beide zijden voorzien van een stekker, om bij storing het defecte of beschadigde deel zo eenvoudig mogelijk te kunnen vervangen. De display kan geopend worden door de 4 schroefjes aan de achterzijde los te schroeven.
Werking van de display:
De rode en zwarte draad zijn aangesloten op het batterij circuit en geven de hoeveelheid energie aan die er nog in accu zit.
Rood = + Zwart = massa.
5 leds = spanning boven 26.7v
4 leds = spanning tussen 26.7 en 25.9v
3 leds = spanning tussen 25.9 en 25.1v
2 leds = spanning tussen 25.1 en 24.0v
1 led = spanning lager dan 24v
Rode led knippert = spanning lager dan 20.7v

LED Display

De witte- en groene draad regelen de hoeveelheid ondersteuning, waarbij wit de + is en groen de massa. De afgegeven spanning moet zijn: 20%(1.9V) – 40%(2.4V) – 60%(2.8V) – 80%(3.4V) – 100%(3.8V) Als de rode led knippert is de accu echt leeg en de witte draad geeft dan geen spanning meer af. De motor zal dan alleen nog op beperkt vermogen doorwerken tot de accu op zijn beveiliging uitschakelt.

Kabels

Een nieuwe displaykabel wordt geleverd zonder stekkerblokje om het leggen van de kabel door het frame mogelijk te maken. Nadat de kabel door het frame is gelegd dienen de pennetjes in het stekkerblokje gestoken te worden. Voor het insteken eerst controleren of de weerhaakjes goed open staan zodat de pennetjes goed vast klikken. Controleer bij het aansluiten aan de controller dat de kleuren van de draden overeenkomen!
Als de draden niet op de juiste plaats zitten zal de controller bijna altijd opgeblazen worden!!

Opmerking: doordat de accu conditiemeter werkt volgens voltagemeting kunnen er tijdens het accelereren wat lampjes uitgaan op de display. Dit is normaal omdat de motor op dat moment veel ampères gebruikt waardoor het voltage van de accu op dat moment iets daalt. De display geeft een redelijke goede indicatie als er wordt gefietst met een constante snelheid.

Stekker

Controller.

De controller is gemonteerd onder de bagagedrager. Om een controller te vervangen raden we u aan de complete drager te demon- teren. Dit is de beste manier om de kabels weer netjes te kunnen verleggen. De controller is af fabriek ingesteld en hier kan verder niets aan ingesteld worden.

De controller heeft volgende aansluitingen:
Rode kabel = 24v plus – wordt met sleutelschakelaar geschakeld
Zwarte kabel = massa – direct aangesloten op accustekker
Groen, geel en blauw – motorkabels zijn kleur op kleur verbonden met de motor verlengkabel
4-polige stekker – aansluiting voor display
3-polige stekker – aansluiting voor PAS sensor
2-polige stekker (2x) – aansluiting voor remschakelaar.

Controller

De remschakelaar heeft een “maak” contact (maakt dus verbinding als deze bediend wordt). Als de blauwe draad en de zwarte draad in het 2-polig stekkerblokje worden doorverbonden dan zal de controller de motor onmiddellijk uitschakelen.

Stekkers controller

Remschakelaar.

Bij de toepassing van hydraulische remmen wordt in de achter-remleiding een hydraulisch bediende remschakelaar gemonteerd.

Accu.

Er wordt gebruik gemaakt van een hoogwaardige Li-ion accu die is voorzien van een elektronische regelunit om te kunnen voldoen aan alle veiligheidsnormen en om de accu te beschermen tegen foutief gebruik.
Li-ion heeft slechts een geringe zelfontlading maar omdat de regelunit ook een beetje stroom gebruikt wordt de accu toch ontladen. Daarom wordt de accu beschermd tegen diepte ontlading en schakelt de accu bij een te lage spanning helemaal uit (“sleep mode”).
Als de accu in sleep mode valt dient deze zo snel mogelijk weer te worden geladen. Is de accu in sleep mode dan meet u geen spanning meer op de plus en de min. Door het laden van de accu wordt automatisch de sleep mode opgeheven.
Als de accu langere tijd niet gebruikt gaat worden, laad deze dan eerst op.
De accu mag dan maximaal drie maanden zonder te laden worden opgeborgen.

Als de accu te lang ongeladen blijft zal er permanente schade aan de accu ontstaan. De capaciteit van de accu zal dan afnemen en in dit geval kan er geen aanspraak op garantie worden gedaan.
Deze accu heeft geen last van het zgn. “geheugen effect” en mag dus altijd geladen worden ongeacht de laad toestand.
1 cyclus wordt geteld van vol naar leeg, wordt er b.v. een halfvolle accu geladen dan telt dit dus als een ½ cyclus.De accu is voorzien van een temperatuur beveiliging, bij temperaturen onder -10°C schakelt de accu automatisch uit.

Verklaring van de nummers op de accu bijvoorbeeld: SAWDAC8290014 : SA=SANYO WD=WELLDONE AC=klant 8=jaar(2008) 29=week 0014= serie-nummer
De connector voor de laadplug bevindt zich aan de onderzijde van de accu. De accu kan in de fiets geladen worden, of men kan de accu laden als deze is uitgenomen.

Li-ion accu’s bevatten geen zware metalen en zijn hierdoor milieu vriendelijk. Ze dienen na te zijn opgebruikt wel te worden ingeleverd als klein chemisch afval.

Accu

LET OP: De accu mag niet geopend worden. Als de garantiezegel is verbroken vervalt alle garantie.

Li-ion accu 25.9 volt 10Ah Cellen 35x Sanyo UR18650Y Regelunit Welldone 7S5P
Beveiliging / regeling voor: te hoge ontlaadstroom (max. 15 amp)
kortsluiting
te hoog voltage te laag voltage
te hoge laadstroom balans tussen cellen
te hoge en lage temperatuur
voorlaad functie (cellen in balans brengen)
snellaad functie
diepte ontlading (sleep mode)
Registratie van: tijd
laadconditie
laad/ontlaad cyclussen

Opmerking: het uitlezen van de accu kan alleen met speciale apparatuur door Multicycle worden gedaan. Voor het uitlezen dient de accu opgestuurd te worden.

Acculader.

Gebruik geen andere acculader bij dit systeem dan de meegeleverde acculader.
Controleer bij twijfel eerst of het label op de acculader overeenkomt met een van beide voorbeelden!

acculader specificaties

Laad voor aflevering / gebruik de accu volledig op.

De accu wordt geladen in 3 fasen:

  1.  Als de accu onder 23v is ontladen begint de lader met “balans laden” dit gebeurt met een laadstroom van 150 mA om zo eerst alle cellen weer op een gelijke voltage te brengen. De controlelamp op de lader geeft groen aan.
  2. CC (constant current) laden; de accu wordt met de maximale laadstroom tot een bepaald voltage geladen. De controlelamp op de lader brandt rood of oranje afhankelijk van het type lader.
  3. CV (constant voltage) laden; de accu wordt met een constant voltage geladen, de laadstroom loopt steeds verder terug.

De controlelamp op de lader brand groen zodra de laadstroom onder een bepaalde grenswaarde komt. De accu is dan echter nog niet 100% geladen.

In de grafiek kan men zien hoe het laadproces verloopt.
De blauwe lijn geeft het ampèrage aan en de roze lijn het voltage. De onderste balk geeft de tijd aan in minuten.
Als vuistregel kan men aanhouden dat op het moment dat de controlelamp van rood (of oranje) naar groen overschakelt de accu voor 80% is geladen.

Aanduidingen controle LED op de lader:
Groen = “laden gereed”…..of bij het begin van het laden….”cellen balans laden”. Oranje of rood = accu wordt geladen.
Oranje of rood knippert = storing in lader of accu.

Om de maximum capaciteit van de accu te bereiken, de lader nog ca. 4 uur laten doorladen nadat de controlelamp op groen is gesprongen. Laat de lader niet langer dan 12 uur verbonden met de accu.

Opmerkingen: het “balans laden” kan langer dan een uur duren bij een lege accu.Voor het laden dient de temperatuur hoger te zijn dan 0°C

LET OP: Houdt de ruimte waarin u de accu oplaadt vrij van brandbare zaken om brand door vonken of oververhitting te voorkomen. Als u een vreemde lucht ruikt of rook ziet, stop dan onmiddelijk met opladen! Neem de veiligheidsvoorschriften, als genoemd in de gebruikershandleiding, in acht.

Bagagedrager.

In de bagagedrager is het kabelkastje, slot met aan/uit schakelaar en de controller vast gemonteerd. De accu wordt hier d.m.v. een rail systeem ingeschoven. Het slot heeft een dubbele functie; het dient voor het vergrendelen van de accu en het systeem kan hiermee in- en uitgeschakeld worden. Om de accu te kunnen uitnemen dient de sleutel te worden ingedrukt en tegelijk naar links gedraaid. Dit is een extra zekerheid om te voorkomen dat men met een ontgrendelde accu gaat fietsen. Zodra het systeem wordt ingeschakeld is de accu altijd vergrendeld.

LET OP: Zorg ervoor dat de accu is vergrendeld voor men gaat fietsen.

Het wordt aanbevolen de accu-rail te voorzien van een weinig zuurvrije vaseline om het in- en uitschuiven gemakkelijker te maken. Als er teveel ruimte tussen de rail en de accu komt (accu gaat dan rammelen) kunt u de rail een beetje naar binnen tikken met een kunststof hamer.

In het kabelkastje voor de accu zitten alle kabelverbindingen veilig en droog. Deze verbindingen worden bereikbaar door de deksel los te nemen.
Vanaf de accustekker loopt de plus naar de sleutelschakelaar (witte draad) en aan de rode draad, die terugkomt van de sleutelschakelaar, is de plus van de controller aangesloten.
De controller is aan de onderzijde van de drager gemonteerd.
De min van de controller is aangesloten op de zwarte draad van de accustekker.
Ook zijn de plus en min draden van de verlichting direct aan de accustekker aangesloten. In de plus kabel van de verlichting is een 5 amp mini steekzekering opgenomen (type DIN 72 581).

Problemen oplossen.

Systeem werkt niet bij ingeschakeld contact, display geeft niets aan.
Zie en check de afbeelding hieronder.

MC Smart Emcelectronic support systeem

Systeem werkt niet bij ingeschakeld contact, display werkt wel.
Zie en check de afbeelding hieronder.

MC Smart Emcelectronic support systeem

Motor maakt lawaai en loopt onregelmatig.
Zie en check de afbeelding hieronder.

MC Smart Emcelectronic support systeem

Motor begint direct te werken als contact wordt ingeschakeld.
Maak de stekker los van de PAS sensor aan de controller , stopt nu de motor dan heeft de PAS sensor geen massa verbinding of maakt kortsluiting tussen de rode en groene draad. Ook kan de PAS sensor defect zijn. Controleer de kabels en stekkers en vervang evt. de PAS sensor

Display werkt niet, systeem werkt alleen op laag vermogen.
Display krijgt geen voeding of printplaatje in display is stuk. Controleer eerst de stekkerverbinding in het kabelkastje. Kabels moeten kleur op kleur zijn verbonden. Controleer met een losse display of deze werkt, is dit het geval vervang dan het printplaatje in de display en controleer of de display dan weer werkt. Werkt de display dan nog niet dan dient de kabel te worden vervangen.

Display werkt maar systeem werkt alleen op laag vermogen.
Display geeft geen stuurspanning aan de controller. Controleer de uitgangsspanning op de groene en witte draad van de display dit moet zijn: 20%(1.9V) 40%(2.4V) 60%(2.8V) 80%(3.4V) 100%(3.8V)

Display werkt maar display en systeem schakelt uit zodra er gefietst wordt.
Zie en check de afbeelding hieronder.

Klachten over een afgenomen actieradius.
Klachten over een afgenomen actieradius hebben meestal een mechanische oorzaak als aanlopende remmen, niet goed in lijn staande wielen of andere oorzaken waardoor de fiets niet meer licht loopt. Ook zal de accu naarmate het gebruik en leeftijd toeneemt steeds minder gaan presteren. Na 300 laadcyclussen zal de accu nog ca. 80% van zijn originele capaciteit leveren.

Controle werkzaamheden aan accu en acculader.
Acculader controleren: meet direct na het laden de spanning op de accu, deze moet tussen 28.5 en 29.5 volt liggen. Een te lage spanning duidt erop dat de lader onvoldoende uitgangsspanning levert, de accu zal dan niet volledig geladen worden. Klachten over capaciteit verlies van de accu zijn ook eenvoudig te controleren: Meet 2 tot 4 uur na het laden van de accu de spanning van de accu. Herhaal dit na 24uur en 48 uur, het verschil met de eerste meting mag niet meer dan 0.1 volt zijn. Accu’s die met deze problemen of andere problemen kunnen teruggestuurd worden naar Multicycle.

Remschakelaar werkt niet.
Neem de stekker van de schakelaar los en controleer met een Ω meter of de schakelaar een doorverbinding maakt als de remgreep wordt bediend. Als deze geen doorverbinding maakt controleer dan eerst of er lucht in het hydraulisch systeem zit. Is dit niet het geval vervang dan de remschakelaar.

Verlichting werkt niet.
Trek de draden uit de balhoofdbuis en controleer of de verlichtingsdraden een spanning hebben tussen 21 en 29 volt. Is dit het geval controleer dan het lampje en/of de sensor. Is er geen spanning controleer dan eerst of de display werkt. Als de display werkt controleer dan de zekering van de verlichting.

Wijsheid – MC Smart Emcelectronic support systeem.

PAS sensorAls het probleem is vastgesteld controleer dan eerst met losse componenten of dit de oplossing is van het probleem, voordat begonnen wordt met evt. demontage werkzaamheden.
Men kan bijv. eenvoudig eerst testen met een losse PAS sensor, een losse controller of bijv. door even een motor- kabel buitenom leggen.