Ketting aandrijving afstellen.

Een perfect ketting aandrijving afstellen is de sleutel tot een soepele en stille fietservaring. Het optimaliseren van je versnellingen en zorgen voor minimale wrijving verbetert niet alleen de prestaties van je fiets, maar verhoogt ook het plezier van elke rit. Of je nu een doorgewinterde fietser bent of gewoon je onderhoudsvaardigheden wilt verbeteren, het correct afstellen van je aandrijving is een essentiële stap. In deze gids nemen we je mee door de stappen om je kettingaandrijving perfect in te stellen, zodat je altijd kunt genieten van een efficiënte, stille en probleemloze rit.

Grensschroeven en instellen.

Met de voorderailleur op de juiste positie en zonder ketting, moet je eerst de limietschroeven zoeken. Ze bepalen de uitslag van de derailleur, door middel van een H(High)-schroef en L(low)-schroef. De L-schroef bepaalt hoe ver de voorderailleur naar binnen kan bewegen, en de H-schroef bepaalt hoever hij naar buiten kan bewegen.

Grens instellen. Stel de L-schroef zo af dat de binnenplaat van de derailleurkooi ongeveer 4 millimeter van het binnenblad af zit. Duw vervolgens met je hand de voorderailleur naar buiten. Stel de H-schroef zo af dat de buitenplaat van de kooi ongeveer 4 millimeter van het buitenblad af zit.

Grensschroeven achter en B-schroef.

Stelde limietschroeven van de achterderailleur in volgens het principe van voor. Als je de schroeven tegen de klok in draait, beweegt de derailleur richting de spaken. Draai je met de klok mee, dan beweegt de derailleur naar buiten toe. De derailleurwieltjes moeten in lijn staan met de grootste krans (L-schroef) en de kleinste krans (H-schroef).

B-schroef. De meeste achter derailleurs hebben een derde schroef, genaamd de B-schroef. Hiermee bepaal je de afstand tussen het bovenste derailleurwieltje en de krans waar de derailleur onderstaat. Schakel naar de grootste krans en stel de schroef af met een kruiskopschroevendraaier. De afstand tussen het wieltje en de krans moet 5 tot 6 millimeter zijn. Dan kun je snel schakelen zonder de kransen te raken.

Nieuwe kabels.

Draai de binnenkabel door de shifter, breng hierna een beetje teflon vet aan op de kabel met je vingers. Als je hem door de buitenkabel schuift, wordt het vet verdeeld waar moeilijker vuil indringt. Plaats alle stukken buitenkabels op het frame, en schuif de binnenkabels van de Voor- en achterderailleur er doorheen.

Met de shifter van de voorderailleur ingesteld op het kleinste kettingblad, monteer je de kabel aan de derailleur. Trek de kabel eerst strak met een tang, en draai daarna de kabelbout vast. Schakel een paar keer om de kabel goed op zijn plek te krijgen. Draai de bout los en span de kabel nogmaals met een tang. Draai de kabelbout weer vast.

Een normale achterderailleur schakel je naar de kleinste krans. Een ‘Low Normal’/’Rapid Rise achterderailleur schakel je naar de grootste krans, want die heeft een omgekeerde veer. Span de kabel met een tang, en draai de kabelbout vast. Schakel een paar keer om te zorgen dat de binnenkabel goed zit. Span de kabel nu opnieuw.

Kettinglengte en vervangen er van.

Om de juiste kettinglengte te bepalen, leg je de nieuwe ketting op het grootste kettingblad en grootste krans zonder de ketting door de achterderailleur te halen. Trek beide uiteinden strak en naar elkaar toe, en tel daar drie hele schakels bij op. Verwijder de overige schakels met een kettingpons. Op deze manier heb je een correcte kettinglengte.

Haal de verse ketting door de kooi van de voorderailleur, over de cassette, door de kooi van de achter derailleur en op de juiste manier om het onderste derailleurwieltje. Haalde ketting vervolgens van het kettingblad en leg hem op het bracket en de kleinste krans. Op deze manier hangt de ketting slap genoeg om de ketting gemakkelijk te ponsen.

Ketting sluiten en checken.

Bij Shimano breng je de binnen- en buitenschakel samen en steek je de breekpen erin. Druk de pen op zijn plaats met een kettingpons, breek daarna de uitstekende geleidenstift af met een tang. Bij SRAM gebruik je de PowerLink door de beide helften in de binnen schakels van de ketting te steken. Vervolgens duw je de helften tegen elkaar aan, en als ze vastzitten trek je hard aan de ketting tot je een duidelijke klik hoort.

Met de ketting gemonteerd controleer je de uitslag van de voor- en achterderailleur nogmaals. Bij de voorderailleur zou aan weerskanten van de ketting 2 millimeter ruimte moeten zijn, tussen de ketting en de platen van de kooi. Als de ketting tegen de kooi schraapt, pas je dit aan met de H/L-schroef. Maar check achteraf wel of de ketting er nergens afloopt. Kijk bij de achterderailleur of de wieltjes in lijn staan met de grootste en kleinste krans.

Afstellen en vastzetten.

Zijn de limietschroeven en de B-schroef correct afgesteld, dan kun je aan de slag met de derailleurkabel. Deze kabel stel je af met de versteller op de derailleur en shifter (Shimano) of alleen op de shifter (SRAM). Met de ketting op het buitenblad, schakel je steeds één krans met de achter derailleur. Gaat het schakelen soepel, dan is de kabelspanning in orde. Zo niet, dan staat de kabel te slap en moet de spanning afgesteld worden.

Draaide kabelversteller helemaal in, zowel bij de derailleur als shifter. Draaide versteller die je gaat gebruiken voor de afstelling twee slagen terug (tegen de klok in). Draai de kabelbout los, en span de kabel op met een tang. Draaide kabelbout weer vast.

Als de derailleur na deze laatste stap niet goed schakelt, verplaats je de ketting naar de kleinste krans. Schakel nu naar de volgende krans. Als er niks gebeurt, draai je de kabelversteller met kwartslagen tegen de klok. Zo verhoog je de kabelspanning. Schakel nu opnieuw naar de tweede krans. Draai de versteller tegen de klok in, tot de ketting begint te ratelen. Dit geluid geeft aan dat de ketting tegen de volgende krans schraapt.

Geen geratel meer en laatste check.

Als de ketting niet meer ratelt, draai je de kabelversteller om de kabel te ontspannen. Draai in kwartslagen met de klok mee tot het geratel verdwijnt.

Schakel één krans per keer, van de kleinste naar de grootste krans. Luister en kijk voor tekenen van een ratelende ketting, wat aangeeft dat de binnenkabel te strak gespannen is. Draai dan weer met de klok mee in kwartslagen. Schakel de voorderailleur van het kleinste kettingblad naar het grootste, en zoek naar geschraap en geratel. Is dit niet het geval, dan is alles goed afgesteld. Smeer je ketting en ga rijden!

Tips en opmerkingen voor ketting aandrijving afstellen:

1. Als je de derailleurs wilt afstellen terwijl de ketting op zijn plek zit, kun je de kooi van de voorderailleur splitsen en de ketting eruit halen. Leg de ketting op het bracket. Aan de achterkant verwijder je de derailleurwieltjes met een 3 millimeterinbussleutel, en haal je de ketting uit de kooi. Vervolgens plaatsje de wieltjes terug en draai je de kooien weer vast.
2. Misschien heb je nog steeds problemen met je aandrijving na het afstellen, of schraapt de ketting wel erg veel tegen de voor derailleur. Dan kan de derailleurkooi beschadigd zijn, of de voorderailleur loopt niet parallel met de kettingbladen. Draaide bevestigingsbout los om de positie van de voorderailleur aan te passen. Problemen met de achter derailleur kunnen te wijten zijn aan een krom derailleurpat.

Succes bij de ketting aandrijving afstellen!